“Alles in de wereld is giftig als je er te veel van gebruikt”
Nuchtere blik op bodemverontreiniging in continu veranderende veld van bodemonderzoek
Met enige regelmaat verschijnen er gillende krantenkoppen met woorden als ‘gifgrond’ erin. Een dergelijke term leidt vaak tot onrust en onzekerheid. Soms terecht, in veel gevallen niet. “Alles in de wereld is giftig als je er te veel van gebruikt”, reageert bodemadviseur Linda Roskes van BK ingenieurs nuchter. “Wij hebben het gewoon over bodemverontreiniging.”
Naast suggestieve en overtrokken berichtgeving aan de ene kant van het spectrum, is aan de andere kant een veelgehoorde opmerking dat het al met al wel losloopt met de risico’s rondom, bijvoorbeeld, asbest. Als ervaren bodemadviseur kan Linda Roskes niet zoveel met dergelijke losse kreten, die doorgaans zijn gebaseerd op sentimenten of incidentele gebeurtenissen. Liever kijkt ze naar de feiten. Al kan er natuurlijk best een en ander worden aangetroffen bij een bodemonderzoek. Met welke stoffen Roskes en haar collega’s zoal te maken krijgen? “Pfff, met welke niet?”, antwoordt ze. “We onderzoeken op onder andere zware metalen als lood, koper, nikkel en zink, minerale olie, asbest, PCB (polychloorbifenylen) en PAK, wat staat voor Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen. En sinds een paar jaar ook steeds vaker de zogenoemde PFAS (Poly- en PerFluor Alkyl Stoffen, zie verderop in dit artikel).
Werkwijze bij een bodemonderzoek
Voor BK ingenieurs begint het traject van bodemonderzoek met een historisch vooronderzoek, waarin al veel informatie gevonden kan worden over stoffen die in het verleden mogelijk op een locatie zijn gebruikt. Roskes: “We onderzoeken oude topografische kaarten, kijken of er al eerder bodemonderzoek is gedaan, of er milieu- of hinderwetvergunningen zijn aangevraagd en welke activiteiten er op de locatie hebben plaatsgevonden. Allemaal belangrijke aanknopingspunten voor de te verwachten bodemverontreiniging en de onderzoeksstrategie die daarbij hoort. Vervolgens begint het daadwerkelijke verkennende bodemonderzoek, op basis waarvan wordt besloten of nader onderzoek wenselijk of noodzakelijk is. En zo ja, welke parameters onderzocht moeten worden.”
Saneringsplan op maat
Als blijkt dat er noodzaak is om te saneren, stellen we een saneringsplan op of doen we een BUS-melding. BUS staat voor Besluit Uniforme Sanering. “Zeker voor grote, complexere projecten, zoals een gebiedsontwikkeling van een voormalig industrieterrein, is een saneringsplan maken echt maatwerk.” Het saneringsplan dienen we in bij het bevoegd gezag. In veel gevallen is dit een omgevingsdienst die optreedt namens de gemeente of provincie. Zij hebben een handhavende en controlerende taak,” vertelt Roskes.
Normen en verplichtingen
Of de bodem, dat wil zeggen de grond plus het grondwater, gesaneerd moet worden, hangt af van door het Rijk vastgestelde normen voor lichte, matige of sterke verontreiniging, die per stof verschillen. Wanneer op sterk verontreinigde locaties in de bodem wordt gegraven, of als grenswaarden worden overschreden waarbij gevaar voor de mens kan ontstaat, kan sanering nodig zijn. Daarbij moeten diverse maatregelen worden genomen om te voldoen aan wet- en regelgeving en de veiligheid te garanderen. “Een BRL7000-gecertificeerde aannemer moet de sanering bijvoorbeeld uitvoeren”, zegt Linda Roskes. “Wij kunnen de milieukundige begeleider (mkb’er) met een BRL6000 certificering verzorgen. Die is verplicht bij alle vooraf vastgestelde ‘kritische werkzaamheden’ aanwezig”, licht zij de procedure toe die in werking treedt wanneer er gesaneerd moet worden.
PFAS: van lokaal naar landelijk probleem
Een relatief nieuw ‘verschijnsel’ waarover wordt bericht, is PFAS, een verzamelnaam voor een hele brede groep chemische verbindingen. Bijvoorbeeld PFOS dat veel is gebruikt in blusschuim voor chemische branden en dus vaak voorkomt in de omgeving van luchthavens of op industriële terreinen. Of PFOA, een stof die bijvoorbeeld zit in de anti-aanbaklaag van pannen, maar ook in tapijten en kleding. PFAS zijn bij lage concentraties niet acuut toxisch voor de mens, maar geven bij hoge concentraties kans op chronische effecten op lever, longen, hormoonwaarden, voortplanting, groei en op de vorming van antistoffen bij vaccinatie. PFOS en PFOA worden door toonaangevende instanties aangeduid als mogelijk of waarschijnlijk kankerverwekkend (klasse 2b), al zijn de exacte risico’s nog niet goed in beeld gebracht.
Roskes: “PFAS leek eerst een lokaal probleem, door ophef rondom de uitstoot van PFOA in een fabriek in Dordrecht. Niet lang daarna werd in de Haarlemmermeer, rondom Schiphol, PFOS aangetroffen. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar PFAS. BK ingenieurs heeft voor de gemeente Amsterdam een grootschalig achtergrondwaardenonderzoek gedaan waarbij op diverse plaatsen PFAS in de grond en het grondwater zijn aangetroffen.”
Nog geen vaste normen
Doordat er pas relatief kort aandacht is voor PFAS en de mogelijke risico’s, zijn er regelmatig opdrachtgevers die nog nooit van PFAS hebben gehoord, of er niet voldoende van weten. Linda Roskes: “Voor onze opdrachtgevers is PFAS vaak echt een nieuw verschijnsel, terwijl we bij BK ingenieurs al sinds 2106 (water)bodemonderzoek en partijkeuringen uitvoeren waarbij we onder andere op PFAS analyseren. Hierdoor komen we op de meest uitlopende locaties. Op (voormalig) defensieterreinen en industriegebieden, sloten tot jachthavens en zeehavens. Er zijn nog geen vaste normen voor deze stoffen en de wet- en regelgeving is nog volop in ontwikkeling. In de praktijk zie je dat regio’s elkaars beleid gebruiken. Of worden door het ontbreken van normen voor de afzet van de grond werkzaamheden uitgesteld. Verschillende bouwprojecten en baggerwerkzaamheden lopen hierdoor inmiddels flinke vertraging op.”
Handelingsperspectief met meerwaarde
Roskes: “Afhankelijk van het doel van het onderzoek en het historisch vooronderzoek adviseren wij PFAS wel of niet te analyseren. En geven wij aan wat het risico is als je het niet onderzoekt. Bijvoorbeeld dat het later alsnog moet door wijzigend beleid en daardoor extra kosten met zich meebrengt.” Afgelopen maart bracht het RIVM een memo uit met risicogrenzen voor PFOS, PFOA en GenX. Naar aanleiding van Kamervragen over de kwestie ziet het er nu naar uit dat het ministerie van infrastructuur en waterstaat daadwerkelijk met een voorlopig handelingsperspectief komt voor PFAS. “Dat is echter wel een tijdelijk document”, nuanceert Roskes. “Mede omdat er nog onderzoeken lopen naar het ‘gedrag’ van PFAS. Als dit is afgerond komt er als het goed is een definitief handelingskader. Wij houden de ontwikkelingen dan ook zo goed mogelijk in de gaten voor onze klanten, zodat we ze hierover kunnen adviseren. Dat is een belangrijk onderdeel van het werk van ons team en geeft meerwaarde aan wat wij kunnen betekenen als bodemadviseurs.”
Dit artikel komt uit BK breed magazine, themanummer “Giftige stoffen?’