HomeActueelIeder zijn eigen accent.

Nieuws

4 juli 2019

Ieder zijn eigen accent.

Het gaat goed met BK-Ecosys. In drie jaar tijd is het bedrijf gegroeid van een vestiging met twee medewerkers naar een bedrijf met vijf vestigingen en in totaal twaalf mensen op de loonlijst. Een vraaggesprek met directielid Nick Pays over cultuurverschillen en giftige stoffen. Pays leidt de vestigingen Gent, Antwerpen (Edegem) en Brussel, en is verantwoordelijk voor de uitbreiding van BK-Ecosys op de Belgische markt.

BK-Ecosys werd drie jaar geleden opgericht vanuit de gedachte dat Belgen en Nederlanders elkaar weliswaar kunnen verstaan, maar wel degelijk een ‘andere taal spreken’. Herken je dit?

“Welzeker. Nederlandse ingenieurs maken vaak de fout te denken dat ze met hun ervaring wel eventjes de Belgische markt gaan veroveren. De Belgische klanten doorprikken dat meteen. Niet zozeer op technisch vlak, want uiteindelijk werken we allemaal aan dezelfde milieuproblematieken. Maar meestal zijn de procedures rond het nemen van bodem- en watermonsters helemaal anders, evenals de normering. Waarschijnlijk omdat elke overheid haar eigen accenten wil leggen.

Binnen België hebben we dan ook nog eens drie gewesten, met elk hun eigen milieubevoegdheden. En ook elk gewest wil zich onderscheiden. Het is daarom belangrijk om een Waal in Wallonië te hebben, een Brusselaar in Brussel en een Vlaming in Vlaanderen. En dan spreek ik nog niet over de regionale vooroordelen van klanten tegen adviseurs uit andere provincies. Dat heb je in Nederland ook.”

Kun je een voorbeeld geven van verschillen in wetgeving tussen Nederland en België?

“Het verschil zit hem in vaak in kleine dingen, maar op bijna geen enkel vlak komt de wetgeving in België overeen met de Nederlandse. Zo zal vanaf 2021 of 2022 in Vlaanderen bijvoorbeeld een asbestinventarisatie verplicht onderdeel zijn van elke woningpas, een nieuw in te voeren systeem waarin alle beschikbare documentatie per woning gebundeld wordt. BK-Ecosys werkt mee aan het programma dat de Vlaamse overheid daarvoor zal opleggen. Tijdens het terreinbezoek moet daarbij een app worden ingevuld, waarvan de resultaten na verificatie automatisch in een centrale database zullen worden opgenomen. BK-Ecosys speelt al een tijdje in op deze trend en is bezig met het aanwerven en opleiden van het nodige personeel.

Geldt deze verplichting ook voor bodemonderzoek?

“Ja. Het besef is gegroeid dat asbest regelmatig voorkomt in funderingslagen onder infrastructuur, onder gebouwen, of zelfs in groenzones. Er is sinds 2017 een nieuwe wetgeving van kracht die erop gericht is om een aantal verontreinigende stoffen uit roulatie te halen, met name uit het circulair gebruik van grondstoffen. Het gaat dan over asbest, teer (PAK) en sintels of slakken uit de metaalindustrie. Daarvoor worden gebouwen en funderingslagen vanaf nu steeds gescreend op deze parameters en worden ze liefst zo snel mogelijk uit de cyclus genomen.”

Waar liggen de verschillen in regelgeving rondom giftige stoffen?

“De stoffen waar we het meest mee te maken krijgen zijn asbest, lood in verf, en de klassieke parameters zoals oliebestanddelen, teerverbindingen, zware metalen, vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen, PCB’s, aromatische verbindingen zoals benzeen en cyanides. Hiervoor zijn, zeker in bodemonderzoek en in het kader van sloop, voldoende normen van kracht. Zoals eerder gezegd, zoekt elke overheid daarvoor naar haar eigen accenten. Maar als het gaat over nieuwe stoffen, dan wordt er steevast naar het buitenland gekeken. En dan meestal naar Nederland, omdat jullie telkens een beetje voorlopen.”

Nieuw te saneren parameters zijn bijvoorbeeld PFAS, hormonenverstoorders en drugs. Hoe verhoudt jullie regelgeving op dat vlak zich zich tot de Nederlandse praktijk?

“Ik denk dat beide landen met dezelfde problematiek kampen. Drugslabo’s komen aan beide kanten van de grens voor. Deze stoffen zijn vaak onoplosbaar in het natuurlijke milieu en breken daardoor niet vanzelf af, maar ze kunnen bijvoorbeeld wel ernstige brandwonden veroorzaken bij aanraking. Zulke labo’s komen vaak in afgelegen (natuur)gebieden voor, waar spelende kinderen ermee in aanraking kunnen komen.

Volgens mij zijn Nederland en de VS voorlopers op het vlak van onderzoek naar, en sanering van PFAS-gecontamineerde wateren en bodems. De aanpak van de VS en Nederland is overgewaaid naar België, en nu wordt er hier ook kritisch naar gekeken, vooral bij waterbodemonderzoek.”

Met welke ontwikkelingen krijgt BK-Ecosys de komende jaren te maken?

“In Vlaanderen is het Bodemdecreet in werking sinds 1995. Sindsdien zijn ongeveer 45.000 terreinen onderzocht. De voorbije jaren heeft elke gemeente een grondinformatieregister opgesteld, een inventarisatie van alle mogelijk verontreinigde gronden van na de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor zijn alle milieuambtenaren in de archieven gedoken en hebben ze alle oude vergunningen gekoppeld aan de huidige percelen. Hierdoor weten we dat er nog zo’n 40.000 terreinen moeten onderzocht worden. Vlaanderen wil tegen 2036 alle potentieel verontreinigde gronden kennen en de eventuele sanering opstarten.

Dat betekent dat bodemonderzoeken en -saneringen in een stroomversnelling moeten raken. In de komende 15 jaar tijd moeten evenveel terreinen onderzocht worden als in de voorbije 25 jaar. En ook op vlak van waterbodems en archeologie staat er de komende jaren heel wat te gebeuren qua onderzoek. We houden de vinger aan de pols bij nieuwe wijzigingen en spelen kort op de bal bij marktveranderingen.”

Dit artikel komt uit BK breed magazine, themanummer “Giftige stoffen?’