Woningtekort | ‘De behoefte aan een onorthodoxe aanpak wordt steeds groter’
‘De discussie over wonen en werken gaat over veel meer dan huizen en bedrijven’, zegt Bas Vereecken, manager van het Atelier Rijksbouwmeester. Energieopwekking, waterberging, nieuwe vormen van mobiliteit, wonen en zorg, het zijn thema’s die Vereecken ‘een complexe opgave’ noemt. Zijn stelling: niemand kan nog binnen zijn eigen domein vraagstukken oplossen. Het is hoog tijd voor ‘ontschotting’ en samenhang.
Razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van technologie en digitalisering hebben een enorme invloed op het werken, wonen, vervoer en de zorg. Met samenhang als sleutelwoord. Vereecken: ‘Alles grijpt in elkaar. Je ziet steeds vaker dat ontwerpers en bestuurders daar rekening mee houden en ruimte bieden aan innovatie. Als een gemeente de riolering vernieuwt, is het goed om te weten of de gasleiding er vanwege een ander energiebeleid misschien meteen uit kan. Zodat je beide klussen kunt combineren en geld bespaart. Bij het herinrichten van een wijk wordt rekening gehouden met de vergrijzing. Dat betekent bijvoorbeeld géén hoge stoepranden. De behoefte aan een onorthodoxe aanpak wordt groter. Dat geldt ook voor bedrijventerreinen.’
Op veel van die terreinen mag vooral vanwege geluidsoverlast niet worden gewoond. Dat is, zegt Vereecken, in ons land aan het veranderen: ‘Mede vanwege de steeds nijpender wordende klimaatproblematiek zie je dat gemeenten proberen om tot een ideale combinatie van wonen, bedrijven en kantoren te komen. Iedereen weet dat de opslag van duurzame energie kostbaar is. Als het lukt om overdag bedrijven en kantoren van die energie te voorzien en ’s nachts woningen in de buurt, snijdt het mes aan twee kanten. Ik denk dat er dankzij de nieuwe Omgevingswet, die gemeenten verplicht om een integrale visie voor de kwaliteit van de leefomgeving te maken, steeds meer nieuwe bestemmingsplannen komen.’
De reactie van bedrijven, ondernemersverenigingen en gemeentebestuurders verschilt volgens Vereecken per gemeente. Daar waar de woningnood het hoogst is wordt de urgentie om gebaande paden te verlaten volgens hem het meest gevoeld. Het is ook dáár waar bestemmingsplannen op de schop gaan. Hij adviseert betrokkenen om tijdig met elkaar aan
tafel te gaan en samen naar oplossingen te zoeken: ‘Door meerdere opgaven gezamenlijk in beeld te brengen en aan te pakken, kunnen gemeenten kosten besparen. Dat is effectiever en beter betaalbaar dan de schotten tussen diverse beleidsterreinen overeind te houden en voor elk terrein afzonderlijk plannen te maken.’
De tijd dat je bedrijventerreinen los kon zien van omliggende stadswijken, is in de optiek van Vereecken voorbij. En misschien, denkt hij, ligt daar wel een van de mooiste vergezichten: ‘Haal niet steeds per deelgebied van alles overhoop, maar ga aan de slag met het geheel. Betrek er ontwerpers bij die oog hebben voor urgente maatschappelijke vraagstukken. Die kunnen ook adviseren op welke schaal – de straat of de hele wijk? – je het beste aan de slag kunt gaan. Richt je op samenhang. Probeer steden gezonder en slimmer te maken. Door de opkomst van nieuwe technologie moet er ook anders over wet- en regelgeving worden gedacht. Het inhoud geven aan de agenda van de toekomst is een opgave voor iedereen. Je kunt daar gewoon niet aan voorbijgaan.’
tekening Peter Dauvellier, bron: www.ruimtemettoekomst.nl