HomeProjectenWaterbodemsanering Haarlemmervaart

Project

Westergasfabriek, richting Amsterdam

Waterbodemsanering Haarlemmervaart

LocatieWestergasfabriek, richting Amsterdam

OpdrachtgeverGemeente Amsterdam

Periode2012 - 2014

Betrokken partijenWaternet
GGD

In opdracht van de Gemeente Amsterdam heeft Waternet een waterbodemsanering uitgevoerd ter plaatse van de Haarlemmervaart te Amsterdam.

De sanering is uitgevoerd naar aanleiding van de vele klachten uit de omgeving over geuroverlast en drijflagen op het water . Vooral in de zomer wordt de Haarlemmervaart zeer druk bevaren, de borden langs de watergang spreken voor zich: “verontreinigde waterbodem, niet vissen of zwemmen”. De sanering was het sluitstuk van de sanering van het hele Westergasfabriekterrein.

BK verzorgde voor dit project de milieukundige begeleiding . Dit werk is bijzonder te noemen, omdat er gebruik is gemaakt van innovatieve maatregelen om geuroverlast tegen te gaan.

Het werk is uitgevoerd in twee fasen, tussen oktober 2012 en januari 2014. De waterbodemsanering richtte zich op een sterk verontreinigd traject van de Haarlemmervaart met een lengte van circa 1.250 meter, gelegen ten zuiden van het Westergasfabrieksterrein in Amsterdam.

De verontreinigingen zijn ontstaan tussen 1885 en 1967, toen in de Westergasfabriek kolen werden omgezet in gas ten behoeve van de stadsverlichting. De waterbodem is tot een diepte van circa 9,0 m –wb sterk verontreinigd geraakt met onder andere PAK (naftaleen), minerale olie en vluchtige aromaten (benzeen) maar bevat ook verhoogde gehalten cyanide en zware metalen.

Eerste fase

Voorafgaand aan het baggerwerk is met behulp van een grijper al het grofvuil verwijderd uit de watergang, die veel weghad van een vuilstortplaats. In totaal is 1.290.000 kg grofvuil verzameld, waaronder fietsen, bromfietsen, wc-potten, dranghekken, betonbanden, pallets en zelfs een autowrak.

Tijdens de sanering is er gemiddeld 1,0 meter verontreinigd slib verwijderd. Vanwege de hoge afvoerkosten van de verontreinigde waterbodem en de stabiliteit van de kademuur aan beide zijden van de watergang, was het geen optie om de verontreinigingen geheel te verwijderen.

Tijdens de uitvoering van het baggerwerk zijn de volgende (innovatieve) maatregelen getroffen om geuroverlast van naftaleen tegen te gaan:

  • De werkzaamheden zijn bewust uitgevoerd in de winter: bij de lagere temperaturen komt minder naftaleen vrij tijdens het baggeren, waardoor de geuroverlast veel minder is. Omdat de meeste mensen hun ramen dicht houden in de winter, was er ook minder overlast voor de omgeving.
  • De inzet van een vernevelaar: de vernevelaar creëert een mist boven het wateroppervlak die de fijne waterdeeltjes bindt met de naftaleendeeltjes. Dit vermindert de geuroverlast.
  • De drijflaag van koolteer en minerale olie die ontstond tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden zorgde voor extra geuroverlast. Daarom is de drijflaag continu ingespoten met aqua Quick 2000. Dit middel bindt de koolteer en olie en zorgt ervoor dat de verontreinigingen weer afzinken. Ook zijn continu zogenoemde “oliebooms” op het water toegepast, die de drijflagen absorberen.
  • In de eerste fase is tijdens de baggerwerkzaamheden aanvullend een olie-opruimvaartuig ingezet om de drijflagen af te vangen.
  • Gedurende het hele project heeft de GGD als onafhankelijke partij zogenoemde “batches” rondom de watergang opgehangen. Met de batches kon de GGD de gehalten aan vrijkomende stoffen tijdens het baggeren monitoren en vaststellen of deze een gevaar zouden opleveren voor de omgeving. Op internet kon iedereen volgen welke gehalten er gemeten werden. Tijdens de metingen werd duidelijk tweemaal per dag een piek gemeten, namelijk tijdens de ochtend- en avondspits. Daarnaast heeft GGD veel vragen over gezondheid beantwoord en geadviseerd bij publieksvoorlichting over de stoffen die vrijkwamen.

Nadat de sliblaag gedeeltelijk is ontgraven, is de achterblijvende waterbodem afgedekt met granuliet, een soort klei. Gemiddeld is er 0,5 tot 1,0 meter granuliet aangebracht. Tijdens het afdekken werd al direct duidelijk dat de onderliggende slappe sliblaag omhoog werd geperst. Het toepassen van stabiliserende zinkstukken was te duur en gezien de tijdsdruk van het project geen optie. Ondertussen was begin maart en de temperatuur liep op.

Door de vrijkomende verontreinigingen in de achtergebleven sliblaag zijn er in de zomer van 2013 opnieuw klachten ontstaan vanuit de omgeving. Met name bij warm weer en veel vaarbewegingen ontstonden er weer drijflagen op het water.

Tweede fase

Om de opgeperste sliblaag toch op te schonen, heeft Waternet een tweede fase opgestart in december 2013. De nog aanwezige sliblaag bleek licht zwevend en zeer plaatselijk aanwezig te zijn. Met een graafmachine kon het slib nauwelijks worden verwijderd zonder de granulietafdekking mee te baggeren. Om deze reden is gekozen voor een alternatieve baggermethode: hydraulisch baggeren van de zwaarst verontreinigde spots.

De tweede fase is uitgevoerd met behulp van duikers die op de bodem van de Haarlemmervaart de opgeperste sliblaag opzogen. Op de locaties waar veel pleziervaart plaatsvindt en waar de hoogste gehaltes zijn aangetroffen, is de sliblaag helemaal weggehaald. Ter plaatse van de overige locaties is na afronding van de tweede fase nog steeds een sliblaag aanwezig met een dikte van circa 20 centimeter.

Na afloop van de baggerwerkzaamheden heeft BK het oppervlaktewater onderzocht. Er zijn geen verontreinigingen meer aangetoond in het oppervlaktewater. In de zomer van 2014 zal nog moeten blijken wat de gevolgen van deze achtergebleven sliblaag zijn.

De expertise van BK ingenieurs in dit project:


Volgend project Fill 4 Created with Sketch.

Project

19 december 2014

Graafwerk op een hotspot

Voorheen Toren Overhoeks, het markante voormalige Shellgebouw in Amsterdam-Noord, wordt nieuw en…

Lees meer