Bodemsanering op defensie-eiland Woerden
Risicodragende onderaanneming
Vlakbij een oud kasteel en omringd door veel historische gebouwen verzorgt BK ingenieurs risicodragend als onderaannemer de milieukundige begeleiding 6001 en 6002 en monitoring inclusief saneringsvoorbereiding en evaluatie bij fase 1 en 2 van de bodemsanering op het voormalige defensie-eiland in Woerden.
Het werk maakt deel uit van een omvangrijke sanering. Het defensieterrein was sinds 1880 in handen van wat in die tijd nog het Ministerie van Oorlog heette. Op de locatie stond een wasserij voor het chemisch reinigen van militaire kleding en dergelijke. Daarbij kwam niet alles even netjes in het riool terecht. Hierdoor is een bodemverontreiniging met VOCl, vluchtige aromaten en minerale olie ontstaan. Zo’n 60.000 kuub bodem was verontreinigd met de oplosmiddelen Per en Tri.
Eerste fase bodemsanering
In 2012 – 2013 is de bodemverontreiniging al ontgraven, waarbij 10.000 kuub werd afgevoerd. Hierbij is ook verontreinigd grondwater onttrokken en gezuiverd. Vanaf 2013 vond binnen drie deelgebieden in-situbodemsanering plaats door middel van chemische oxidatie en biologische afbraak. De chemische middelen hechten zich makkelijk aan bodemdeeltjes en zijn zwaarder dan water, waardoor het tot grote diepte doordringt.
Omvangrijker dan gedacht
Op de locatie was meer bodemverontreiniging aanwezig dan op basis van beschikbare onderzoeken werd verwacht. De locatie is daarop opnieuw is fasen verdeeld. Fase 1 en 2 (bodem tot 20 meter minus maaiveld) vallen onder het risicodragende deel van BK ingenieurs. Fase 3 en 4 (verontreiniging > 20 meter minus maaiveld) zijn voor risico van Gemeente Woerden.
Monitoring tot 2021
Hoewel de saneringswerkzaamheden in het veld voor SUEZ erop zitten, is het voor BK ingenieurs nog niet helemaal afgerond. Tot 2021 monitoren wij het biologisch afbraakproces van restverontreinigingen. Dat vindt diep onder de grond plaats, onder de inmiddels al deels opgeleverde woningblokken. ‘Dat is langer dan gedacht, omdat de verontreiniging aanzienlijk groter was dan aanvankelijk op basis van de onderzoeksgegevens was ingeschat’, licht Dennis Heuveling toe. ‘De monitoring van het grondwater spreiden we nu over een langere periode. En we voeren een paar keer extra overleg, maar dat doen we graag.’